Noorse mythen uit de Edda’s en de sagen maakt studenten vertrouwd met de religie van hun heidense voorouders, en zet zo duidelijk mogelijk de verschillende mythen uiteen die een invloed hebben uitgeoefend op onze gebruiken, kunst en literatuur. Aangezien Noren, Denen, Zweden, IJslanders, Duitsers, Nederlanders, Belgen, Engelsen en Fransen allemaal oorspronkelijk uit dezelfde stam kwamen en dezelfde goden aanbaden, vormden deze verhalen niet alleen de basis van hun religieuze overtuiging, maar ook van hun eerste pogingen tot poëzie. Ze zijn de klassiekers van het noorden en verdienen evenveel aandacht van ons als de meer gracieuze en idyllische mythologie van het zuiden. De meest kenmerkende eigenschappen van de noorse mythen zijn een eigenaardige grimmige humor die wordt gevonden in de religie van geen enkel ander ras, en een donkerrode draad van tragedie die door het hele wereldbeeld loopt. Deze twee kenmerken, die beide uitersten van de schaal raken, hebben het Noordse denken gekleurd en hebben tot op de dag van vandaag hun onuitwisbare stempel gedrukt op al onze geschriften. De mythologie van Griekenland en Rome, die zo spontaan en weelderig groeide als de tropische vegetatie, kwam tot volle bloei en begon te vervallen vóór de introductie van het christendom. Maar de noordelijke mythologie, van een langzamere groei, werd halverwege haar carrière om zeep geholpen, voordat ze haar volledige ontwikkeling had bereikt.
Dit boek is verkrijgbaar in: